Marjolein van Stiphout is tandarts sinds 2005 en tandarts-gehandicaptenzorg sinds 2011. Bovendien is zij bestuurslid van de Stichting Mondzorg en Parkinson.

Zou u iets willen vertellen over uw opleiding en professionele loopbaan tot nu toe?

Mijn studie tandheelkunde heeft zich afgespeeld aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Al tijdens de studie is mijn interesse voor bijzondere zorggroepen ontstaan. In 2005 ben ik afgestudeerd en daarna ben ik direct gaan werken, onder andere in een mondzorgpraktijk in Breda. Vanaf 2007 ben ik ook werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde (CBT) Rijnmond in Rotterdam en in dat jaar ben ik ook begonnen aan de differentiatie-opleiding tot tandarts-gehandicaptenzorg in Amsterdam. Die opleiding heb ik afgerond in 2011. Vorig jaar heb ik al mogen vieren dat ik 12,5 jaar werkzaam was bij CBT Rijnmond. Op dit moment werk ik twee dagen bij het CBT Rijnmond en één tot anderhalve dag in een algemene mondzorgpraktijk in Rotterdam. Die afwisseling in werkzaamheden bevalt mij uitstekend. In de algemene praktijk ligt het accent op de technische behandelingen en in het CBT moet ik vooral focussen op gedrag, communicatie en het opbouwen van vertrouwen.

Hoe is uw bijzondere interesse voor de ziekte van Parkinson ontstaan?

Ik vertelde al dat ik na mijn afstuderen ben gaan werken in een mondzorgpraktijk in Breda. Vrij snel nadat ik daar was ingeburgerd, kreeg de praktijkeigenaar de diagnose ziekte van Parkinson. Dat was een hele schok voor hem en zijn gezin, want hij was nog erg jong, maar ook mij raakte dit flink. Na de diagnose is hij meteen gestopt met werken. In de periode dat hij nog werkzaam was, dacht ik juist dat zijn bedachtzame en langzame manier van werken een kwestie van ervaring was, maar achteraf bleken dit symptomen van de ziekte van Parkinson te zijn. Zijn spontaniteit in het contact met patiënten en collega’s bleef zoals die tevoren was, maar het werk als tandarts moest hij opgeven. Op grond van zijn eigen ervaringen en die van andere patiënten met de ziekte van Parkinson met wie hij in contact kwam, raakte hij ervan overtuigd dat deze ziekte gevolgen moest hebben voor de mondgezondheid. In al zijn contacten met medisch specialisten en andere zorgverleners werd echter met geen woord gerept over zijn mondgezondheid. Hij raakte er meer en meer van overtuigd dat dit niet klopte en hij zag het als zijn taak om op dit onderwerp actie te ondernemen. Omdat hij uiteraard wist dat ik de differentiatie-opleiding gehandicaptenzorg volgde en bij het CBT Rijnmond werkte, legde hij deze taak op mijn bordje. Met zijn charmes haalde hij mij over om me in dit onderwerp te gaan verdiepen. Ik realiseerde me dat ik me al in de wereld van mondzorg aan bijzondere zorggroepen bevond en gaandeweg begon ik me verantwoordelijk te voelen om iets te ondernemen.   

Hoe was het om onderzoek op dit gebied te gaan doen?

Via mijn praktijkhouder met de ziekte van Parkinson ben ik met u in contact gekomen en vervolgens ook met de hoogleraar Neurologie van het Leids Universitair Medisch Centrum en een van zijn medewerkers. Als onderzoeksgroep hebben we besloten eenvoudig te beginnen en eerst maar eens te gaan aantonen dat de mondgezondheid van mensen met de ziekte van Parkinson inderdaad slechter is dan die van vergelijkbare personen zonder de ziekte. Wetenschappelijk gezien is daarvoor een zogenoemd casus-controle-onderzoek nodig. Met hulp van een aantal mensen ben ik aan de slag gegaan om dit onderzoek uit te voeren. Alle patiënten met de ziekte van Parkinson die ik in het kader van het onderzoek sprak, zagen zelf ook het probleem en stimuleerden mij om er vooral mee door te gaan. Zij waren ook zonder uitzondering zeer behulpzaam met het zoeken van een controlepersoon in hun omgeving, zoals de partner, een broer of zus of een goede vriend(in). Ik ben met het onderzoek begonnen tijdens mijn eerste zwangerschap. Mijn zwangerschapsverlof kwam fantastisch uit, want in die paar weken heb ik veel patiënten en controlepersonen kunnen bezoeken. Tijdens het uitvoeren van dit onderzoek moest ik ook aan de slag om het schrijven van een wetenschappelijk artikel over het onderzoek voor te bereiden. Als snel kwam ik erachter dat ik daarvoor uit mijn comfortzone moest komen. Ik wind er geen doekjes om dat ik geen geboren schrijver ben.

U sprak zojuist over uw eerste zwangerschap. Ik weet dat u inmiddels moeder van drie kinderen bent. Vergt het hebben van twee drukke banen en een jong gezin niet ontzettend veel geregel?

Ja, dat kan ik wel beamen. Het is wel vaak puzzelen. Gelukkig heb ik een erg flexibele partner met ook een redelijk flexibele baan. Hij heeft een voltijdsbaan bij PostNL als operationeel manager. Hij doet veel in het huishouden en in de zorg voor onze drie zoons die 5, 4 en 2 jaar oud zijn. We moeten wekelijks onze agenda’s naast elkaar leggen om de puzzel rond te krijgen. We zijn enorm gelukkig met de steun van de beide opa’s en oma’s. De ene week komen mijn ouders op zondag uit Maastricht naar Rotterdam en dan blijven ze tot en met maandag om voor de kinderen te zorgen. De andere week doen de ouders van mijn partner dat. Zij wonen in Best. Verder redden we het op de andere dagen doordat één van ons thuis is en we ondersteuning hebben van een crèche en een buitenschoolse opvang. Daarnaast hebben we zelfs nog tijd om te sporten en kan ik regelmatig ‘s avonds achter mijn laptop zitten om allerlei zaken te regelen voor het CBT Rijnmond en voor de Vereniging Mondzorg voor Bijzondere Zorggroepen, waarin ik ook actief ben.

Wat moeten we doen om de mondgezondheid van mensen met de ziekte van Parkinson te verbeteren?

Twee dingen staan daarbij centraal. In de eerste plaats moeten we ervoor zorgen dat de mondzorg wordt gecontinueerd. De patiënten moeten bij hun tandarts en mondhygiënist in beeld blijven. Als dat niet gebeurt, kan het echt fout gaan. Ten tweede moeten de patiënten zorg op maat krijgen. De te verlenen mondzorg moet met een realistische visie zijn afgestemd op de wens van de patiënt en er moet heel goed gekeken worden wat mogelijk en wat niet mogelijk is. Het is geen hogere wiskunde, maar een kwestie van gezond verstand. In principe is de zorg gewoon basaal; het gaat om een gezonde mond, voorspelbaar en goed reinigbaar.

Krijgt u veel vragen over dit onderwerp?

Binnen het CBT Rijnmond krijg ik wel af en toe vragen van collega’s, daarbuiten zelden. Wel krijg ik vragen van patiënten op de website van de Stichting Mondzorg en Parkinson. Meestal betreft dat vragen in de zin van: mijn tandarts wil dit en dat doen, wat vindt u daarvan? Daarbij valt het op dat tandartsen soms te ambitieus zijn en behandelingen voorstellen die te ver van de basale zorgverlening afstaan. Die ambities probeer ik dan voorzichtig te temperen. Tijdens het congres ga ik daarover het een en ander zeggen en ben ik graag bereid op vragen van de aanwezigen te reageren. Ik krijg daarbij steun van Tom Turk. Hij is tandarts, hij is ook altijd werkzaam geweest in de mondzorg voor mensen met beperkingen en hij heeft sinds enkele jaren de ziekte van Parkinson.